Paniekstoornis

Wat is paniekstoornis

Bij een paniekstoornis, heb je regelmatig momenten met plotseling opkomende, sterke angstgevoelens. De angst gaat samen met lichamelijke verschijnselen als ademnood, pijn op de borst, hartkloppingen en misselijkheid. Meestal ontstaan de klachten door snelle en oppervlakkige ademhaling, maar je kunt misschien ook denken dat je met een hartaanval te maken hebt. Je raakt de controle over jezelf kwijt, je bent bang om flauw te vallen, dood te gaan, of gek te worden.

Omdat de gevoelens zo overweldigend zijn, kan het zijn dat je situaties gaat vermijden om te voorkomen opnieuw een paniekaanval te krijgen. Zo ontstaat een angst voor de angst die steeds meer je leven gaat beheersen.

Hoe herken je een paniekstoornis

Iemand met een paniekstoornis heeft regelmatig angstaanvallen in situaties waarin geen sprake is van een echte bedreiging. Een belangrijk kenmerk is ongerustheid over een mogelijke paniekaanval. Als een situatie lijkt op iets waarin je eerder een paniekaanval hebt meegemaakt, beschouw je dit als “gevaar”. Vaak met als gevolg een nieuwe paniekaanval. Het kan ook zijn dat het ervaren van bepaalde prikkels in het lichaam leiden tot bezorgdheid en angst om een aanval te krijgen. De meeste mensen met een paniekstoornis herkennen niet dat het een aangeleerde ongerustheid is, en het lijkt of de aanvallen zonder aanleiding plaatsvinden. Er is dan misschien geen daadwerkelijk gevaar, maar je reageert op het “gevaar” dat gekoppeld is aan een situatie in je eigen gedachten.

Om situaties hanteerbaar te houden maken veel mensen met paniekstoornissen gebruik van veiligheidsgedrag. Je neemt bijvoorbeeld iemand mee de stad in, of je gaat zitten op een plek dichtbij de nooduitgang, zodat je ten tijde van angst een ruimte snel kunt verlaten. Als je voortdurend op je hoede bent voor situaties die angst kunnen oproepen, is de verleiding groot dat soort omstandigheden te vermijden. Het voordeel is van korte duur: de spanning af, maar net als bij het veiligheidsgedrag blijf je de aandacht richten op mogelijk “gevaar” en blijft de paniekstoornis in stand.

De gevolgen van een paniekstoornis

Een paniekstoornis heeft veel impact op het functioneren. Je ziet vaak mensen die in hun beroep of op school minder functioneren dan ze gezien hun capaciteiten zouden kunnen. Bij veel mensen wordt ook het sociale leven beperkter. Minder onder de mensen en niet op vakantie. Voor sommige mensen zijn zelfs activiteiten als boodschappen doen al zwaar belastend. In de rijtjes van ziektes met de grootste maatschappelijke impact staat angststoornis (waar paniekstoornis bij hoort) op de vierde plaats, direct na hart en vaatziekten, diabetes en beroertes.

Het verloop van een paniekstoornis

Veel mensen met paniekklachten gaan eerst één of meerdere keren naar de huisarts. Ook melden ze zich vaker bij dee eerste hulp in het ziekenhuis met de angst dat ze een probleem hebben met hart of ademhaling. Als je een paniekstoornis niet behandelt leidt het tot verergering van de klachten. Ongeveer een op de vijf mensen met een paniekstoornis krijgt binnen een jaar ook last van een depressieve stoornis. 30 tot 50% van de mensen herstelt spontaan, maar dit herstel neemt vaak 6 tot 7 jaar in beslag. Als de klachten verdwijnen, wil dat niet zeggen dat het functioneren (bijv. werk, thuis en omgang met vrienden) ook herstelt.

Behandelingen en advies bij paniekstoornis

Bij behandeling kies je in de regel voor de lichtste aanpak die werkt. Hierbij houdt een behandelaar rekening met de voorkeuren van de cliënt

Tips

  • Blijf actief en maak geen gebruik van veiligheidsgedrag.
  • Zie vermijd moeilijke/spannende situaties niet.
  • Een paniekaanval is een alarmreactie, het is echter een vals alarm omdat er geen werkelijk gevaar is.
  • Let op wat er werkelijk gebeurt (zoals duizeligheid en hartkloppingen) en herken het als een symptoom van een paniekaanval.
  • Voorkom overdreven aandacht voor de lichamelijke gevoelens, zonder ze te vermijden. Richt de aandacht ook op de dingen om je heen.
  • Zoek de situatie zo spoedig mogelijk weer een aantal keren op om de vermijding en toename van angst te voorkomen.

De invloed op kinderen

Wanneer een ouder psychisch ziek is, heeft elk gezinslid hier mee te maken. Kinderen merken dit altijd. Als ouders moeilijke tijden doormaken is dat voor kinderen vaak verwarrend en soms beangstigend. Kinderen hebben een eigen beleving van de ziekte en eigen vragen of zorgen. Sommige kinderen vinden het lastig vragen te stellen omdat ze hun ouders niet willen belasten. Kinderen blijven dan met vragen rondlopen. Gevoelens van schuld en schaamte kunnen zowel bij kinderen als ouders een gevolg zijn. Het is belangrijk dat kinderen uitleg krijgen over de situatie die zich afspeelt. Mediant biedt in de thuissituatie gesprekken aan mensen die voor de eigen psychische problemen al hulp krijgen en thuiswonende kinderen hebben.