Sommige mensen vinden eten niet gewoon lastig, maar echt spannend of vervelend. Dat heet ARFID: Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder. Het is een eetstoornis waarbij je bepaalde dingen niet wilt of durft te eten. Niet omdat je dunner wilt zijn, maar omdat eten zelf een probleem is.
Hoe voelt ARFID?
Als je ARFID hebt, kun je bijvoorbeeld:
- Alleen bepaalde soorten eten verdragen, zoals alleen wit brood of krokante dingen.
 - Bang zijn om te stikken, over te geven of buikpijn te krijgen van eten.
 - Geen honger voelen of eten gewoon niet belangrijk vinden.
 - Moeite hebben met de geur, kleur, smaak of structuur van voedsel.
 
Wat merk je ervan?
ARFID kan ervoor zorgen dat je:
- Te weinig eet en daardoor moe bent of niet goed groeit.
 - Je schaamt of je anders voelt dan anderen.
 - Eten met anderen (zoals op school of feestjes) liever vermijdt.
 
Je bent niet de enige.
ARFID komt best vaak voor, vooral bij kinderen en jongeren. Soms speelt er ook iets anders mee, zoals autisme, ADHD of angst. Het is geen aanstellerij – het is een echte stoornis waar je hulp bij kunt krijgen.
Wat kun je doen?
Praat erover met iemand die je vertrouwt, zoals je ouders, mentor of huisarts. Er zijn behandelingen die je kunnen helpen om stap voor stap weer meer te durven eten. Je hoeft het niet alleen te doen.